1. Conform artikel 103 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (hierna de “WEC”), oefent het BIPT controle uit op de universeledienstverlening en legt het een jaarverslag voor aan de minister betreffende eventuele aanpassingen aan de universeledienstverplichtingen.1
  2. Hoofdstuk 2 omhelst een verslag van de universeledienstmonitoring. Vandaag zijn slechts twee universeledienstverplichtingen van toepassing: op het stuk van het geografische element (waarvoor geen enkele dienstverlener is aangewezen) en het sociale element.
  3. Wat het geografische element betreft, gaat het Instituut na of de afwezigheid van een aanbieder een invloed heeft gehad op de beschikbaarheid van de dienst, het prijsniveau en de kwaliteit.
  4. Wat het sociaal element betreft, verschaft het Instituut becijferde gegevens met betrekking tot de verstrekking van het sociaal tarief in 2020.
  5. Het is eveneens aan het BIPT om na te gaan of de opheffing van de universeledienstverplichting betreffende de openbare betaaltelefoons, de telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten een beduidende invloed heeft gehad op het niveau van bescherming dat de eindgebruiker geniet in het kader van de universele dienst.
  6. Hoofdstuk 3 verschaft informatie over de evolutie van het wetgevend kader.

Naar boven